Gedeeltelijke werkhervatting

De arbeidsongeschikte of invalide werknemer kan tijdens de arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk een beroepsactiviteit hervatten of als vrijwilliger werken.

Eerst dien je toestemming te krijgen van je werkgever. Daarna moet je bij ons een aanvraag indienen. Deze aanvraag moet je uiterlijk op de eerste werkdag die onmiddellijk voorafgaat aan je werkhervatting, naar je ziekenfonds opsturen. Indien deze termijn niet wordt nageleefd, loop je een risico op illegale cumulatie van vervangingsinkomsten. Dat is een vorm van sociale fraude. Je arbeidsongeschiktheidsuitkering kan dan met 10% verminderd of zelfs geweigerd worden. De toestemming of weigering wordt schriftelijk meegedeeld door de adviserend arts.

In afwachting van het advies van de adviserend arts kun je je activiteit al hervatten. Is het advies van de adviserend arts negatief? Dan moet je je activiteit onmiddellijk stopzetten.

Zelfstandigen die hun activiteiten of een andere activiteit gedeeltelijk willen hervatten, moeten bij ons een aanvraag indienen.

Opgepast: Als je de toestemming kreeg om gedeeltelijk terug aan het werk te gaan, moet je nog steeds het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid binnen 7 dagen bezorgen aan de adviserend arts om je arbeidsongeschiktheid te verlengen. * Als je het medisch getuigschrift te laat indient, moet het ziekenfonds een sanctie toepassen van 10% op je daguitkering. Indien de laatste dag van de aangiftetermijn in een weekend (zaterdag of zondag) of op een feestdag valt, wordt de laatste dag van de wettelijke termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

* Dit is enkel noodzakelijk in het eerste jaar van je arbeidsongeschiktheid.

Aanvullend op je beroepsinkomen krijg je nog een deel van je ziekte- of invaliditeitsuitkering. Hiervoor dien je maandelijks een attest, ingevuld door je werkgever, aan ons te bezorgen.

De uitkering is afhankelijk van het toegestane werkvolume. Als het toegestane werkvolume minder dan 20% van het voltijdse werkvolume bedraagt, blijft het bedrag van je uitkering ongewijzigd.

Wil je de activiteit, waarvoor je de toestemming hebt gekregen van de adviserend arts, wijzigen? Bezorg ons dan de aanvraag voor werknemers of voor zelfstandigen.

Vrijwilligerswerk

Als je vrijwilligerswerk wilt doen, meld dit ons binnen de eerste maand na de hervatting van je vrijwilligerswerk door middel van dit document.

Terug-naar-werktraject

Het terug-naar-werktraject is een vrijwillig traject waarbij een terug-naar-werkcoördinator van het ziekenfonds het als arbeidsongeschikt erkend lid helpt om de juiste ondersteuning te vinden voor de terugkeer naar de arbeidsmarkt (bij de eigen of een andere werkgever), door middel van aangepast werk, ander werk of een opleiding.

Gedurende dat hele proces word je begeleid door een terug-naar-werkcoördinator van het ziekenfonds.

Wie kan in een terug-naar-werktraject stappen?

Het traject staat open voor elke werknemer, zelfstandige (vanaf 01/01/2023) of werkloze:

  • die erkend is als arbeidsongeschikt;
  • die nog voldoende fysieke en mentale capaciteiten heeft om terug te keren naar de arbeidsmarkt.

Wie kan een terug-naar-werktraject opstarten?

Het initiatief om een terug-naar-werktraject op te starten kan komen van:

  • de adviserend arts van het ziekenfonds, die het lid kan doorverwijzen naar een terug-naar-werkcoördinator voor een eerste contactmoment;
  • of het lid die als arbeidsongeschikt is erkend: het lid neemt zelf contact op met de terug-naar-werk­coördinator van het ziekenfonds om een eerste contactmoment te organiseren.

Hoe verloopt een terug-naar-werktraject?

De situatie verschilt naargelang het traject wordt aangevat op initiatief van de adviserend arts of op initiatief van het lid.

Terug-naar-werktraject op initiatief van de adviserend arts van het ziekenfonds:

  1. Tien weken na het begin van de arbeidsongeschiktheid vraagt de adviserend arts het lid een vragenlijst in te vullen.
  2. Het lid vult de vragenlijst in en stuurt deze binnen twee weken naar de adviserend arts. Dat is verplicht. Voor het invullen van het formulier kan het lid hulp vragen aan de terug-naar-werkcoördinator.
  3. In de vierde maand van arbeidsongeschiktheid maakt de adviserend arts op basis van het medisch dossier en de ingevulde vragenlijst een eerste inschatting van wat het lid nog zou kunnen doen, volgens de huidige capaciteiten. Dan zijn er twee mogelijkheden:
    1. de adviserend arts beslist om de verzekerde door te verwijzen naar de terug-naar-werkcoördinator voor een eerste contactmoment: deze heeft tijdens de inschatting van de huidige capaciteiten geoordeeld dat een werkhervatting bij de werkgever (indien het lid een arbeidsovereenkomst heeft) of een terugkeer naar de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt na één of meerdere aanpassingen en/of begeleiding.
    2. De adviserend arts beslist de verzekerde niet door te verwijzen naar de terug-naar-werk-coördinator voor een eerste contactmoment: deze heeft geoordeeld dat wegens de gezondheidstoestand van het lid aanpassingen en/of begeleiding niet nodig of mogelijk zijn. Bij een latere evaluatie van de huidige capaciteiten kan de arts echter besluiten het lid door te verwijzen naar de terug-naar-werk coördinator indien op dat moment volgens de arts een werkhervatting bij de werkgever (indien de verzekerde een arbeidsovereenkomst heeft) of een terugkeer naar de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt na één of meerdere aanpassingen en/of begeleiding.
  4. Binnen een maand na de doorverwijzing organiseert de terug-naar-werkcoördinator een eerste contactmoment waarin deze het lid de rol in de begeleiding en opvolging van het traject uitlegt en met het lid de eerste stap van het traject bespreekt:
    indien de verzekerde een arbeidsovereenkomst heeft, verwijst de terug-naar-werkcoördinator het lid, met instemming en de nodige ondersteuning, door naar de preventie adviseur/arbeidsarts met het oog op de aanvraag voor een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting.

    Opgelet, twee ongegronde afwezigheden bij die bijeenkomsten kunnen leiden tot sancties op het vlak van de uitkeringen.

Terug-naar-werktraject op initiatief van het lid:

  1. Een lid kan tijdens de periode van erkende arbeids ongeschiktheid altijd de terug-naar-werk-coördinator vragen een eerste contactmoment te organiseren.
  2. De verzekerde neemt contact op met het ziekenfonds.
  3. Indien nodig ontvangt het lid een vragenlijst die binnen twee weken moet worden ingevuld en naar de adviserend arts gestuurd moet worden. Dat is verplicht. Voor het invullen van het formulier kan het lid hulp vragen aan de terug-naar-werkcoördinator.
  4. Binnen een maand na verzending van de ingevulde vragenlijst organiseert de terug-naar-werk-coördinator een eerste contactmoment waarin deze het lid de rol in de begeleiding en de follow-up van het traject uitlegt en met het lid de eerste fase van het traject bespreekt:
    1. indien het lid een arbeidsovereenkomst heeft, zal de terug-naar-werkcoördinator tijdens dat eerste contactmoment, met instemming van het lid en de nodige ondersteuning, het lid doorverwijzen naar de preventieadviseur/arbeidsarts, om een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting aan te vragen;
    2. indien het lid geen arbeidsovereenkomst heeft of niet wordt doorverwezen naar de preventieadviseur/arbeidsgeneesheer, vraagt de terug-naar-werkcoördinator na dit eerste contactmoment toestemming aan de adviserend arts om een terug-naar-werktraject onder de coördinatie van zichzelf te starten.

Wil je contact opnemen met de terug-naar-werkcoördinator in je regio?

 

Aarzel niet om onze flyer af te drukken of te downloaden. Het bevat alle bovenstaande informatie.